De stem van het volk

Wie spreekt er nog een richtinggevend woord in deze tijd? Aan de talkshowtafels, in de politiek – waar zijn nog de mensen die met gezag spreken, dat wil zeggen, vanuit doorleefde ervaring en wijsheid die dieper gaat dan de oppervlakte? In de Bijbel is dat de profeet: de kritische spiegel. De stem die rammelt aan de gevestigde orde. Tegen de stroom in. ‘Jullie zitten nu met z’n allen die kant op te kijken, maar kijk ook eens daar.’ ‘Je denkt allemaal aan je welvaart, en aan het behoud van je comfortabele leventje, maar waar zijn de mensen die daarin niet mee kunnen komen?’ ‘Bevrijding, recht… stellen die woorden nog wat voor?’

Die storende stem, dat is de profetie in Israël. Als die uitdooft, dan komt de menselijkheid op de tocht te staan. Zo wordt het verteld in 1 Samuël 8: de profeet is oud geworden; nu moeten er mensen zijn die de profetenmantel overnemen. Ze zijn er niet. De profetische stem dreigt stil te vallen. Maar, waar het visioen ontbreekt, verwildert het volk (dat is dan weer een zin uit het bijbelboek Spreuken). En dan ontstaat vanuit die verwarring – de roep om een sterke leider. Een sterke figuur, die nu eindelijk eens orde op zaken stelt. Het volk vraagt om een koning.

‘Geef ons een koning!’ die roep kun je overal horen. Het verlangen is ongelofelijk sterk op dit moment, naar iemand die zegt waar het op staat. Iemand die vooral zegt wat wij willen horen. En niet te vergeten, die knopen doorhakt! Het is frappant en pijnlijk om te zien hoe iedereen, voorstander en tegenstander, toch eigenlijk wel van Donald Trump onder de indruk is, dat wil zeggen van zijn daadkracht. Terwijl hij met zijn dikke viltstift het ene na het andere decreet uitvaardigt: ‘Je kunt zeggen wat je wilt, maar hij doet tenminste iets.’ Dat intussen die dikke viltstift vergif schrijft, daar hebben we het dan even niet over. Want nou ja, hij pakt in ieder geval door!

De boekrol 1 Samuël is op de huid van onze tijd geschreven. En windt er geen doekjes om: de stem van het volk, deze roep om een koning, is de áfwijzing van de profetie. En daarmee de afwijzing van de God van Samuël zelf. Deze God, deze vreemde vierletternaam JHWH, die zo totaal anders is dan al wat groot en sterk is in onze wereld. De vox populi klinkt, de stem van het volk: ‘Weg met klein en kwetsbaar, weg met die lastige tegenstem van de profetie. Geef ons een koning!’

Maar dan het verbazingwekkende, de wending in het verhaal: hij gaat erin mee. Deze Ene, deze andere, zegt tegen zijn oude profeet: ‘OK dan. Luister naar hun stem. Ga een koning zoeken.’ Onbegrijpelijk, om niet te zeggen absurd, in het pantheon der goden. Immers, hoe gaat dat onder de machtigen? Je bewaakt je positie, je slaat terug. Macht tegenover macht. Een beetje god zou dit niet tolereren.

Maar deze laat zich afwijzen. Hij maakt ruimte, gaat erin mee. Met de wonderlijke hoop dat er misschien toch iemand onder de mensen gevonden zal worden die oog heeft voor de kleinen en de weerlozen. Een die het – ja toch wel – opneemt voor wie in de verdrukking leven. Hier spreekt de hoop dat een ander soort koningschap mogelijk is, een ánder beleid. Hier klinkt de stem die spreekt van nederigheid, dienstbaarheid en erbarmen.

Een tegenverhaal dat ons niet loslaat. Het blijft vragen, fluisteren, storen. Zolang dit verhaal klinkt, blijven wij aan een alternatief denken. Op een dag zullen de zachte stemmen ons de weg weer wijzen.

Tegengif

logo tegengif

Tegengif is een tijdschrift op het snijvlak van politiek, literatuur en bijbel, dat vier keer per jaar uitkomt. Om elkaar een kritische spiegel voor te houden met goede verhalen uit oude bronnen, met nieuwe en beproefde gedichten, met wakkere opinie en leerzame stemmen uit het verleden en het heden.