De diameter van de bom
De diameter van de bom was dertig centimeter
en de diameter van zijn effectief
bereik ongeveer zeven meter.
En daarbinnen vier doden en elf gewonden.
En daaromheen in een grotere cirkel
van pijn en tijd, liggen verspreid
twee ziekenhuizen en een kerkhof.
Maar de jonge vrouw die
begraven werd waar ze vandaan kwam,
meer dan honderd kilometer verderop,
maakte de cirkel een stuk groter.
En de eenzame man die huilt om haar dood
in een uithoek van een ver land
sluit de hele wereld in de cirkel in.
En dan heb ik het nog niet over het huilen van de wezen,
dat reikt tot de zetel van God
en daar voorbij, en dat de cirkel
zonder grenzen maakt en zonder God.
vertaling Daan Bronkhorst
Dit alles is een dansritme
Het leven van een mens wordt met de jaren minder afhankelijk
van de verandering en de vernieuwing van de tijd. Soms valt de duisternis
midden in de omhelzing van twee mensen bij een raam,
zomer loopt ten einde tijdens een liefde, en de liefde gaat door,
de herfst in; iemand gaat dood halverwege een zin
en de zin blijft aan weerszijden; dezelfde regen
valt op wie na het afscheid weggaat
en op wie na het afscheid achterblijft, of een zelfde
gedachte keert telkens terug, op weg door steden en dorpen
en vele landen, in het hoofd van één reiziger.
Dit alles vormt een vreemd dansritme.
En ik weet niet wie erop danst
of wie tot dansen aanzet.
Een tijdje geleden vond ik een oude foto
van een meisje dat al jaren dood is, en mijzelf.
We zitten in een kinderlijke omhelzing voor een muur
waar een perenboom tegenop groeit: haar ene hand
op mijn schouder en de andere vrij en uitgestrekt
vanuit de doden naar mij, nu.
En ik wist dat de hoop van de doden hun verleden is,
en hun verleden is niet meer, want God heeft genomen.
vertaling Tamir Herzberg
Roddelpraat van de dood
Dit zijn stenen uit een groots visioen
en dit zijn verblekende beenderen
van een droom die in de woestijn is doodgegaan.
En ik vertegenwoordig de continuïteit in mijn huis:
met de agressieve, geamuseerde stem
waarmee je een kat uit de keuken jaagt
verjaag ik gedachten aan de dood.
Dat ik nog steeds leef is omdat
bepaalde kogels en bacteriën niet hebben geraakt.
Ik ben een levend bewijs van hun falen.
En ’s nachts komen ze bij me om
militaire geheimen te vertellen.
Ik wil het niet weten,
roddelpraat van de dood!
vertaling Tamir Herzberg
Mijn zoon
Om de liefde en om het spel van de liefde
en omdat de pijn van wie niet is geboren
misschien groter is dan de pijn van wie wel is geboren,
zei ik tegen de vrouw ‘laat ons een mens maken
naar ons beeld, als onze gelijkenis’,
en dat deden we maar hij werd anders dan wij
van dag tot dag.
Hij luistert stiekem achter de deur naar de
gesprekken van zijn ouders,
hij begrijpt ze niet maar groeit op met die woorden
zoals een plant groeit zonder iets te begrijpen
van zuurstof, stikstof en andere stoffen.
Daarna staat hij voor de open Arke
des Verbonds van de legenden
en voor de verlichte etalages van de geschiedenis,
de oorlogen van de Makkabeeën, David en Goliat,
de zelfmoordenaars van Masada, de opstanden in de getto’s,
Hanna en haar zeven zonen;
hij staat met zijn ogen wijd open
en kweekt van binnen een gelofte als een grote bloem,
te leven en te leven en niet te sterven als zij.
Als hij schrijft begint hij onder aan de letters,
als hij twee vechtende ridders tekent
begint hij met de zwaarden, daarna de armen,
dan het hoofd. En voorbij het tekenpapier,
voorbij de tafel, de hoop en de vrede.
Hij had een keer iets verkeerds gedaan op school
en had straf gekregen: ik zag
hem zitten eten, alleen in het lege lokaal,
met de bewegingen van een dier dat troost zocht.
Ik zei tegen hem, verzet je tegen mij
maar hij verzet zich tegen de school,
wetten en vonnissen.
Ik zei tegen hem, stort je toorn over mij uit
maar hij streelt me en ik streel hem.
Het eerste echte grote reisje
van de schoolkinderen
is dat waarvan ze
nooit meer terugkomen.
vertaling Tamir Herzberg
Ik voel me goed in mijn broek
Als de Romeinen niet, trots op hun overwinning,
de boog van Titus hadden gebouwd, dan kenden wij nu niet
de vorm van de menora uit de tempel.
Maar de vorm van Joden kennen we omdat ze
kinderen hebben gekregen, kinderen tot aan mij.
Ik voel me goed in mijn broek
die mijn overwinning bergt.
Al weet ik dat ik dood zal gaan
en al weet ik dat de Messias niet komt,
ik voel me goed.
Ik ben gemaakt van restjes vlees en bloed
en van restjes levensbeschouwing. Ik ben de generatie
van de bodem van de pan: soms hoor ik
’s nachts als ik niet kan slapen
de harde lepel krabben
en schrapen op de bodem van de pan.
Maar ik voel me goed in mijn broek,
ik voel me goed.
vertaling Tamir Herzberg
Korte toelichting
Er is veel dood in de poëzie van Yehuda Amichai (1924-2000). En veel geschiedenis, vooral Joodse geschiedenis. Ook de geschiedenis van de staat Israël is bij hem op de eerste plaats een hoofdstuk in de geschiedenis van het Joodse volk. En hij is getuige van die geschiedenis. In zijn gedichten schrijft hij altijd ‘ik’, nooit ‘wij’ – ‘En ik vertegenwoordig de continuïteit in mijn huis’. De dichter als eeuwige toeschouwer, op enige afstand, maar nooit echt afstandelijk. Het ‘ik’ is wel degelijk ook participant, in allerlei rollen, niet in het minst die van vader. Geschiedenis, in het Hebreeuws toledot, is naar Joodse opvatting de opeenvolging van generaties.
Zelf zei hij eens: ‘Mijn denken over de geschiedenis en over God is heel erg Joods, zelfs als ik tegen de geschiedenis en God ben. Daarom wordt mijn werk, denk ik, ook op de religieuze scholen besproken. Het is een oude Joodse gedachte om met God te vechten, tegen God je twijfel uit te schreeuwen.’
Zo zag hij het leven: mensen die gewoon bij elkaar gaan zitten, in onderlinge verbondenheid, daarvan genieten, vragen stellen en antwoorden zoeken, en intussen treuren om een verloren liefde en huilen om de dood van hun dierbaren.
Van Yehuda Amichai is in het Nederlands één bundel verschenen: Een grote rust: vragen en antwoorden. Vertaald door Tamir Herzberg (Meulenhoff, Amsterdam 1988). Een vijftiental gedichten, eveneens vertaald door Tamir Herzberg, verscheen in Aan de oever der wijde zee. Zeven Hebreeuwse dichters van nu. Poetry International Serie (Meulenhoff, Amsterdam 1988).